Een eerste naam die nadrukkelijk in het onderzoek naar voren komt is die van Henriette Engelina Feith (1777-1851), dochter van de beroemde dichter Rhijnvis Feith.[2] Zij bezat niet alleen een erfdeel in plantage ’t IJland maar was ook actief betrokken als mede-eigenaar in koffieplantage Mon Bijou en suikerplantage Roosenburg. Dit laatste had zij te danken aan haar huwelijk met de hooggeplaatste legerofficier Onno Zwier van Sandick (1759-1822),[3] wiens familie de plantages al sinds 1720 in beheer had. Het echtpaar Van Sandick woonde tussen 1819 en 1822 met hun 9 kinderen aan de Vismarkt in Groningen. Zoon Onno Zwier van Sandick jr. bleef daarna in Groningen om er te studeren, terwijl dochter Ockje van Sandick door haar huwelijk met Samuel Wolther Trip ook in Groningen gevestigd bleef.