Vriendschap staat tegenwoordig voor een gevoel van gezelligheid, warmte en gedeelde interesses. In de vroegmoderne tijd waren deze gevoelens een stuk minder belangrijk. De term vriendschap verwees in die tijd naar een relatie op basis van gemeenschappelijke belangen, praktische hulp, morele steun en vertrouwen. Dit sociale netwerk functioneerde daarnaast als vangnet bij tegenslagen, ziekte en ouderdom. In de periode waarover we spreken boden de instellingen van de staat vaak onvoldoende steun in moeilijke tijden. Door de sociale banden aan te halen en te onderhouden, kon men een beroep doen op vrienden en verwanten. Mensen waren op deze manier verzekerd van de steun die ze nodig hadden om verder te komen in het leven.