door Beno Hofman
In de eeuwenlange geschiedenis van de A-kerk is koninklijk bezoek een zeldzaamheid.
Koningin Juliana en prins Bernhard zijn tot nu toe de enigen geweest, die ‘officieel’ de A-kerk in gingen.
Dat was op 20 maart 1957, toen zij er de erepromotie bijwoonden van A.W.L. Tjarda van Starkenborgh Stachouwer.
Het eredoctoraat in de letteren en de wijsbegeerte gold voor deze oud-commissaris der koningin als beloning voor met name zijn verdiensten op het terrein van ‘de internationale betrekkingen’.
Imposante carrière
Jonkheer Alidius Warmoldus Lambertus Tjarda van Starkenborgh Stachouwer wordt in 1888 in Groningen geboren. In 1925 volgt hij zijn vader Edzard op als commissaris der koningin van de provincie Groningen.
Het is het begin van een imposante carrière. Zo is de Groninger van 1936 tot ’45 gouverneur-generaal van Nederlands-Indië en als zodanig betrokken bij de voorbereidingen tot de onafhankelijkheid. Daarna is Van Starkenborgh Stachouwer nog ambassadeur in Parijs en Nederlands vertegenwoordiger bij de NAVO.
De grote betekenis van de oud-commissaris blijkt niet alleen uit de komst van de koningin en de prins.
Ook minister-president Drees, minister van Onderwijs Kunsten en Wetenschappen Cals, de ministers van Staat Beel en Cort van der Linden en de vertegenwoordiger van prinses Wilhelmina, professor Van der Pot, komen naar Groningen.
De koningin en de prins landen woensdag 20 maart 1957 om half een op vliegveld Eelde. Daar worden ze opgewacht door de Groningse commissaris der koningin van dat moment, Mr. W.A. Offerhaus.
In zijn gezelschap rijden Juliana en Bernhard volgens het Nieuwsblad van het Noorden ‘langs wuivende menigten en vlaggende huizen’, via Haren naar Groningen. Bij het huis van commissaris Offerhaus bereiden ‘gonzende rijen mensen’ aan beide zijden van de Marktstraat het koninklijk paar volgens de krant ‘een ware vorstelijke ontvangst’.
Vervolgens beschrijft het Nieuwsblad de kleding van de vorstin en haar man. Juliana draagt ‘een blauwgroene robe, waarover een halve beige-bruine bontmantel’. De prins is volgens de krant gekleed in ‘een donkerbruin kostuum met de onafscheidelijke anjer in het knoopsgat’.
Het weer is niet zo fantastisch, want als Juliana en Bernhard om vijf over drie bij de A-kerk aankomen regent het. Ook hier is het aantal toeschouwers ‘overweldigend’. Het hele trottoir tussen de Oude Kijk in ’t Jatstraat en het Munnekeholm staat vol met een ‘opeengehoopte menigte’.
De koningin en de prins worden bij de kerk begroet door rector-magnificus J. Ariëns Kappers en senaatssecretaris F.H.L. van Os, die negen jaar later prinses Christina als studente in de Quintuslaan op kamers zal krijgen. Van Eva Ariëns Kappers krijgt de koningin bloemen, waarvoor de vorstin met ‘haar gewone charme’ dankt. In de kerk krijgen Juliana en Bernhard een zitplaats tegenover de preekstoel, met achter hen onder andere minister-president Drees.
De plechtigheid begint met een welkomstwoord van Ariëns Kappers. Hierna leest hij de notulen van de senaatsvergadering, waarin is besloten om Van Starkenborgh Stachouwer het eredoctoraat aan te bieden.
Na de rector-magnificus krijgt promotor professor P.J. van Winter het woord. Hij eindigt zijn rede met de constatering dat de promovendus ‘Nederland heeft mogen en willen en kunnen dienen op het belangrijk gebied van de internationale betrekkingen, waarop wij in een nieuw bestel onze plaats moeten gaan innemen’.
Hierna spreekt Van Winter de promotieformule uit, hangt Van Os hem de ‘tekenen van zijn waardigheid’ om en overhandigt Ariëns Kappers de promovendus de bul.
In zijn uitgebreide dankwoord zegt de kersverse eredoctor onder andere dat hij verheugd is dat deze plechtigheid plaatsvindt in Groningen, ‘de stad van mijn geboorte en opvoeding, de stad waar mijn ouders hun leven gesleten hebben, het middelpunt der omgeving waaraan mijn vader zijn krachten wijdde, de hoofdplaats van het gewest waar ik meer dan acht jaar als commissaris der koningin mocht werkzaam zijn’.
Felicitaties
Na zijn rede wordt A.W.L. Tjarda van Starkenborgh Stachouwer gefeliciteerd door de koningin en de prins. De promovendus rijdt na afloop in het met vier paarden bespannen senaatsrijtuig naar Mutua Fides.
De borrel voor genodigden wordt daar geschonken omdat Van Starkenborgh Stachouwer oud-rector van Vindicat is.
Voor de verslaggever van het Nieuwsblad van het Noorden is het allemaal ‘te dol en te veel’.
Juliana en Bernhard maken het feestje niet meer mee. Zij gaan na de erepromotie direct naar Eelde en van daar naar huis.