In de dertiende eeuw groeide Groningen uit tot een handelsstad van betekenis. De grootste bloei maakte de stad door in de vijftiende eeuw.
Toen had ze geld om de Martini- en de A-kerk te vergroten en om de Martinitoren te bouwen. Ook verrezen er in de stad grote huizen met fraaie gevels.
Vooral aan de oost- en de noordzijde van de Grote Markt werden zulke mooie huizen gebouwd.
Op de kaart ziet u de zuid-noord lijnen van de Oosterstraat-Oude Ebbingestraat en de Herestraat-Waagstraat-Oude Boteringestraat.
Midden op het marktplein staat het raad- en wijnhuis.